De jonge Russische kunstenaar Victor Yudaev, studeerde in 2013 af aan de Haagse kunstacademie en verhuisde vervolgens naar Lyon voor een Masteropleiding. Deze maand keerde hij even terug naar Nederland om in de experimentele tentoonstellingsruimte 1646 een solo-expositie in te richten. Zijn inspiratiebronnen? Gevonden objecten, gedichten, literatuur, films, schilderijen en bovenal zijn eigen leven.
Is het mogelijk los van jezelf naar jezelf te kijken? En is het zinvol als kunstenaar zo veel mogelijk afstand van jezelf te nemen en vanuit een neutrale positie je eigen leven te verbeelden? Volgens Victor Yudaev wel. Voor zijn solo ‘Victor and I’ bekeek hij zichzelf zo objectief mogelijk en bouwde met keramieken, foto’s, alledaagse objecten en video’s een ‘doorloopverhaal’ dat je op verschillende manieren kunt bekijken. ‘Allereerst is de installatie een afspiegeling van persoonlijke observaties en herinneringen’ vertelt Victor. Zo zijn de fraaie wandvitrines, met zorgvuldig gepositioneerde beeldjes en voorwerpen, geïnspireerd op Haagse woonkamerramen waar hij tijdens zijn studietijd graag door naar binnen keek. De foto’s in de voorruimte tonen identieke parfumreclameborden, die hij overal om zich heen zag toen hij door Lyon wandelde. En de opmerkelijk gevormde keramieken in de etalage symboliseren verschillende mannequins die hij voor winkelruiten zag staan. Naast deze verbeeldingen van persoonlijke observaties en herinneringen zijn er in zijn installatie ook diverse verwijzingen naar gedichten en verhalen te vinden. ‘Deze bril is geïnspireerd op het gedicht Tabacco Shop van Fernando Pessoa’ legt Victor uit, terwijl hij wijst naar een plompe kleien bril met gebroken poot op een bartafel. Een grappig ogend neonlicht van een vrouw met sliertenhaar boven de bar verwijst naar het verhaal van Medusa, die met haar slangentooi alle mensen in steen veranderde.
Buitenstaander
Als je Victor hoort vertellen over zijn werk, blijkt het bol te staan van de verwijzingen, betekenissen, herinneringen en associaties. Maar wanneer je zelfstandig door de exposities struint, bestaat de kans dat je hier maar weinig van meekrijgt. Het is een beetje alsof de bizarre sculpturen in ‘Victor I’ verhalen vertellen in een taal die voor een buitenstaander in eerste instantie moeilijk te volgen is. Mocht je je als bezoeker wat verward of buitengesloten voelen, dan luidt het advies van de kunstenaar: loop een paar keer door de hele tentoonstelling heen. Net zoals losse passages in een boek pas begrepen kunnen worden als je het hele verhaal gelezen hebt, zo krijgen de sculpturen in de expositie meer betekenis als je ze in het geheel kan plaatsen. Je kunt wellicht merken dat het thema ‘rook’ steeds zichtbaarder wordt naarmate je meer sculpturen bekijkt. Of dat de verschillende onderdelen van de installatie steeds refereren aan disciplines zoals muziek, schilderkunst en film. Toch is het zien van de verschillende lagen in de expositie niet noodzakelijk om ervan te genieten. Het werk wat mij persoonlijk het meeste aansprak, was de reeks animatievideo’s in de bovenruimte. Daarbij kun je gedachteloos kijken naar een cirkel die met trage sprongen op een balkje wipt. Of naar ritmisch dansende rondjes tegen een achtergrond van flikkerend
zwart-wit.