Dat je in het Louwman Museum een groot aantal historische voertuigen kunt
bekijken is bekend, maar behalve automobielen toont het automuseum deze maand ook kunstwerken. Tijdens de tentoonstelling ‘Horsepower’ staan er in de ‘Great Hall’ negen imposante sculpturen van kunstenaar Willem Lenssinck opgesteld. Geheel in lijn met de historische autoverzameling symboliseren de beelden de overgang van natuurlijke paardenkracht naar moderne gemechaniseerde paardenkracht.
De culturele invloed van de automobiel is interessant thema om bij stil te staan. Met de komst van de eerste auto waren wetenschappers ervan overtuigd dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Lange afstanden waren plotseling gemakkelijk overbrugbaar en naarmate de auto toegankelijker werd voor de gewone man, hebben de voertuigen ons straatbeeld drastisch veranderd. Cultuurhistoricus Roland Barthes omschreef een Citroen DS uit 1957 als ‘een sublieme creatie van het huidige tijdperk, gemaakt door anonieme en gepassioneerde kunstenaars’. Ook de futuristen waren vol van de automobielen en zagen ze als symbool van vooruitgang en vrijheid. Het gemechaniseerde rijtuig is echter ook met minder enthousiasme ontvangen. Zo
waarschuwde Heidegger: hoe meer machine des te minder mens. En de Italiaanse beeldhouwer Marino Marini uitte na de tweede wereldoorlog zijn zorgen over de voortrazende mechanisering in een reeks bronzen ruiterstandbeelden, waarbij hij de naakte berijders steeds nadrukkelijker van het paard liet aftuimelen. Hij zei hierover dat de mens, sinds het paard als vervoersmiddel is vervangen door de automobiel, niet langer in verbinding staat met zijn eigen natuur.
Zwaar en luchtig
Het automuseum is komende maanden een uitstekende plek om je als bezoeker
verder te bezinnen over de culturele impact van de automobiel. De kolossale
sculpturen van Willem Lenssinck in de grote hal kunnen je gedachten hierbij op gang helpen. Wat opvalt bij binnenkomst is de monumentale en gelikte uitstraling van zijn omvangrijke beelden. De meeste sculpturen staat op metaalkleurige sokkels en zijn vervaardigd uit duurzame materialen als brons, graniet en RVS. De nieuwste beelden heeft Lenssinck gerealiseerd met behulp van moderne 3d technieken die onder andere worden gebruikt door autofabrikanten. Ieder hoekje is zo nauwkeurig afgewerkt dat er geen krasje, deukje of oneffenheidje is te bekennen. Het komt als verassing dat Lenssinck met zijn zware sculpturen, vooral luchtig reflecteert op het thema paardenkracht. De transformatie van paard naar auto maakt hij veelal zichtbaar door een fantasievolle combinatie van paardengestaltes en auto-
onderdelen. ‘Formule 1 Racing Horse’ bijvoorbeeld bestaat uit een strak gepolijst raceautopaard, waarvan de benen uitlopen in wielen. Het spiegelende metalen oppervlak en de horizontale lijnen geven het beeld een krachtige, snelle uitstraling, maar een cartoonesk ruitermannetje en twee rollatorachtige wieltjes zorgen voor een komische noot. De humor wordt versterkt door enkele zwarte lijntjes die, bij wijze van wielspaken, op het achterwiel zijn getekend. Met het zicht op de spaken wordt de strakke raceauto namelijk optisch stilgezet. Een andere hybride vorm van paard en auto is het zeven meter lange ‘Nostril Horse’. Een langgerekt zalmkleurig
paard is hier zo hoog op wielen geplaatst dat het lijkt te zweven.
Racehoofd
De beelden van Lenssinck zijn eigenzinnig, vrolijk en zeer fraai vormgegeven. Met betrekking tot het thema zijn de sculpturen echter wat vrijblijvend. In tegenstelling tot de eerder genoemde Marino Marini, die zijn ruiters als verkapte waarschuwing van paarden liet vallen, lijkt Lenssinck niet zozeer een boodschap of emotie te willen uitdragen met zijn werk. Zijn beelden zijn vooral een ludiek vormenspel, zonder ogenschijnlijk diepere lading. Een verklaring voor de luchtigheid kan zijn, dat de autowielen in feite door een technisch mankement zijn oeuvre zijn binnen gerold. In de jaren ‘80 wilde hij namelijk paarden maken uit keramiek, maar de dunne benen braken voortdurend. Door er wielen aan te bevestigen, had hij zowel een praktische als dynamisch uitziende oplossing gevonden voor zijn probleem. Pas later is Lenssinck zich bewust geworden van de historische verwijzing en is hij de bij toeval ontsproten ‘autopaarden’ verder gaan uitwerken. Ten midden van de frivole sculpturen is er een beeld in de expositie dat wel dieper lijkt in te gaan op het thema. Voor ‘Mr. 999999 didn’t make it’ heeft Lenssinck een mensenhoofd aan een versnellingsbak gemonteerd. De kop is verongelukt: tijdens de laatste rit is er een wiel eraf gevlogen. Roerloos ligt het racehoofd nu met gesloten ogen op zijn sokkel. Het bijschrift meldt droogjes: 'Het thema is hier de mens die alsmaar sneller wil (…) de laatste kilometers haalde hij niet’. Zou Lenssinck hier misschien stilletjes instemmen met Heideggers verkondiging: hoe meer machine des te minder mens? Of ziet hij de aanhoudende mechanisering, net als Marini, als een bedreiging voor de menselijke natuur? Wie hem spreekt, kan het hem vragen. Hoe dan ook, lang kun je als toeschouwer niet in een serieuze stemming blijven wanneer je ziet, dat aan het puntje van de versnellingsbak twee koddige mensenbeentjes bungelen. Behalve oogstrelend blijft Lenssincks werk speels en humoristisch. ‘Horsepower’ is zo een vrolijke aanvulling op de bonte automobielencollectie.
Horsepower – Willem Lenssinck
Tot en met 14 februari 2016
Louwman Museum
www.louwmanmuseum.nl
Gepubliceerd in de Den Haag Centraal van 14 Januari 2016
bekijken is bekend, maar behalve automobielen toont het automuseum deze maand ook kunstwerken. Tijdens de tentoonstelling ‘Horsepower’ staan er in de ‘Great Hall’ negen imposante sculpturen van kunstenaar Willem Lenssinck opgesteld. Geheel in lijn met de historische autoverzameling symboliseren de beelden de overgang van natuurlijke paardenkracht naar moderne gemechaniseerde paardenkracht.
De culturele invloed van de automobiel is interessant thema om bij stil te staan. Met de komst van de eerste auto waren wetenschappers ervan overtuigd dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Lange afstanden waren plotseling gemakkelijk overbrugbaar en naarmate de auto toegankelijker werd voor de gewone man, hebben de voertuigen ons straatbeeld drastisch veranderd. Cultuurhistoricus Roland Barthes omschreef een Citroen DS uit 1957 als ‘een sublieme creatie van het huidige tijdperk, gemaakt door anonieme en gepassioneerde kunstenaars’. Ook de futuristen waren vol van de automobielen en zagen ze als symbool van vooruitgang en vrijheid. Het gemechaniseerde rijtuig is echter ook met minder enthousiasme ontvangen. Zo
waarschuwde Heidegger: hoe meer machine des te minder mens. En de Italiaanse beeldhouwer Marino Marini uitte na de tweede wereldoorlog zijn zorgen over de voortrazende mechanisering in een reeks bronzen ruiterstandbeelden, waarbij hij de naakte berijders steeds nadrukkelijker van het paard liet aftuimelen. Hij zei hierover dat de mens, sinds het paard als vervoersmiddel is vervangen door de automobiel, niet langer in verbinding staat met zijn eigen natuur.
Zwaar en luchtig
Het automuseum is komende maanden een uitstekende plek om je als bezoeker
verder te bezinnen over de culturele impact van de automobiel. De kolossale
sculpturen van Willem Lenssinck in de grote hal kunnen je gedachten hierbij op gang helpen. Wat opvalt bij binnenkomst is de monumentale en gelikte uitstraling van zijn omvangrijke beelden. De meeste sculpturen staat op metaalkleurige sokkels en zijn vervaardigd uit duurzame materialen als brons, graniet en RVS. De nieuwste beelden heeft Lenssinck gerealiseerd met behulp van moderne 3d technieken die onder andere worden gebruikt door autofabrikanten. Ieder hoekje is zo nauwkeurig afgewerkt dat er geen krasje, deukje of oneffenheidje is te bekennen. Het komt als verassing dat Lenssinck met zijn zware sculpturen, vooral luchtig reflecteert op het thema paardenkracht. De transformatie van paard naar auto maakt hij veelal zichtbaar door een fantasievolle combinatie van paardengestaltes en auto-
onderdelen. ‘Formule 1 Racing Horse’ bijvoorbeeld bestaat uit een strak gepolijst raceautopaard, waarvan de benen uitlopen in wielen. Het spiegelende metalen oppervlak en de horizontale lijnen geven het beeld een krachtige, snelle uitstraling, maar een cartoonesk ruitermannetje en twee rollatorachtige wieltjes zorgen voor een komische noot. De humor wordt versterkt door enkele zwarte lijntjes die, bij wijze van wielspaken, op het achterwiel zijn getekend. Met het zicht op de spaken wordt de strakke raceauto namelijk optisch stilgezet. Een andere hybride vorm van paard en auto is het zeven meter lange ‘Nostril Horse’. Een langgerekt zalmkleurig
paard is hier zo hoog op wielen geplaatst dat het lijkt te zweven.
Racehoofd
De beelden van Lenssinck zijn eigenzinnig, vrolijk en zeer fraai vormgegeven. Met betrekking tot het thema zijn de sculpturen echter wat vrijblijvend. In tegenstelling tot de eerder genoemde Marino Marini, die zijn ruiters als verkapte waarschuwing van paarden liet vallen, lijkt Lenssinck niet zozeer een boodschap of emotie te willen uitdragen met zijn werk. Zijn beelden zijn vooral een ludiek vormenspel, zonder ogenschijnlijk diepere lading. Een verklaring voor de luchtigheid kan zijn, dat de autowielen in feite door een technisch mankement zijn oeuvre zijn binnen gerold. In de jaren ‘80 wilde hij namelijk paarden maken uit keramiek, maar de dunne benen braken voortdurend. Door er wielen aan te bevestigen, had hij zowel een praktische als dynamisch uitziende oplossing gevonden voor zijn probleem. Pas later is Lenssinck zich bewust geworden van de historische verwijzing en is hij de bij toeval ontsproten ‘autopaarden’ verder gaan uitwerken. Ten midden van de frivole sculpturen is er een beeld in de expositie dat wel dieper lijkt in te gaan op het thema. Voor ‘Mr. 999999 didn’t make it’ heeft Lenssinck een mensenhoofd aan een versnellingsbak gemonteerd. De kop is verongelukt: tijdens de laatste rit is er een wiel eraf gevlogen. Roerloos ligt het racehoofd nu met gesloten ogen op zijn sokkel. Het bijschrift meldt droogjes: 'Het thema is hier de mens die alsmaar sneller wil (…) de laatste kilometers haalde hij niet’. Zou Lenssinck hier misschien stilletjes instemmen met Heideggers verkondiging: hoe meer machine des te minder mens? Of ziet hij de aanhoudende mechanisering, net als Marini, als een bedreiging voor de menselijke natuur? Wie hem spreekt, kan het hem vragen. Hoe dan ook, lang kun je als toeschouwer niet in een serieuze stemming blijven wanneer je ziet, dat aan het puntje van de versnellingsbak twee koddige mensenbeentjes bungelen. Behalve oogstrelend blijft Lenssincks werk speels en humoristisch. ‘Horsepower’ is zo een vrolijke aanvulling op de bonte automobielencollectie.
Horsepower – Willem Lenssinck
Tot en met 14 februari 2016
Louwman Museum
www.louwmanmuseum.nl
Gepubliceerd in de Den Haag Centraal van 14 Januari 2016
Formule 1 Racing Horse - Foto genomen door Ed Jansen: