Outsiderkunst heeft een plek verworven in het museum; fraaie creaties van
schizofrene, autistische, depressieve en autodidactische kunstenaars zijn deze zomer te bewonderen in het Gemeentemuseum. De tentoonstelling ‘Ousider Art; Creativiteit buiten de kaders’ is samengesteld uit werken afkomstig uit Nederlands wereldberoemde outsiderkunstverzameling ‘Stichting Collectie de Stadshof’.
De margekunst is sinds kort in opmars. Hoewel creatieve uitingen van
psychiatrische patiënten en excentriekelingen al halverwege de vorige eeuw grote invloed hadden op belangrijke kunstenaars als Paul Klee, Karel Appel,
Picasso en Jean Dubuffet, werden werken van outsiders lange tijd niet erkend als echte kunst. De afgelopen decennia is het tij aan het keren en krijgen creatieve zonderlingen aandacht van belangrijke kunstpodia als MoMA, Centre Pompidou en de Biënnale. Nederland liep tot voor kort achter in de ‘outsiderkunsttrend’. Hoewel ons land in het bezit is van een van de grootste outsiderkunstverzamelingen ter wereld, moest ‘Collectie de Stadshof’ in het gelijknamige museum te Zwolle al na enkele jaren de deuren sluiten. Een gebrek aan belangstelling, fraude met bezoekersaantallen en wegvallende subsidies maakten dat de collectie sinds 2002 in het museum Dr. Guislain te Gent is ondergebracht. Conservator Frans Smolders gaf in de NRC van augustus vorig jaar zijn verklaring voor de impopulariteit in eigen land: ‘’Outsiderkunst heeft in Nederland vooral de reputatie van 'gehandicapten- en zorgatelierkunst’.
Gelukkig laat het Gemeentemuseum deze zomer zien, dat outsiderkunst meer
omvat dan de ‘maffe’ creaties van verstandelijk beperkten. De tentoonstelling geeft een veelzijdige indruk van outsiderkunst en verschaft de collectie tijdelijk een welverdiend podium in eigen land. Maar of de wonderlijke creaties probleemloos kunnen doorgaan voor professionele kunstwerken valt te betwijfelen.
Geestdrift
De werken in de expositie hebben direct iets merkwaardigs. Schilderijen en
tekeningen van sinistere stadslandschappen, mismaakte figuren en complexe
mandala-achtige patronen zijn voor de weldenkende toeschouwer lastig te
doorgronden. Wat opvalt is de bovenmatige ‘geestdrift’ die in de werken
besloten ligt. Ontelbare, haarfijne inktlijntjes in de dodenkleden van Rosemarie Koczÿ bijvoorbeeld, suggereren dat zij dagen in een meditatieve toestand verkeerde om de ingedoken trieste wezens vorm te geven. Even verderop getuigen ook de eindeloos repeterende patronen van Marc Lamy van tomeloze toewijding. De ontzagwekkende brei van abstracte gezichten en figuren vormt de neerslag van een lange psychose waarin de kunstenaar ‘bovenaardse’ stemmen hoorde en herinneringen uit zijn kinderjaren op grafische wijze voor zich zag.
Meer figuratief is het werk van Hagenaar Willem van Genk. Gedetailleerde
stadslandschappen met treinen, gebouwen en zeppelins heeft hij kundig met
potlood op papier gezet. Op het eerste gezicht lijken de urbane vergezichten het resultaat van een jongensachtige fascinatie voor Europese steden, maar wie langer kijkt ziet ook een donkere kant in zijn werk. Onnavolgbare associatieve teksten, vreemde boodschappen en details uit reclamefolders zijn veelvuldig aan het tekenwerk toegevoegd. Het museumbijschrift met een beknopte levensbeschrijving maakt het aannemelijk de vreemde krabbels in verband te brengen met de schizofrenie van de kunstenaar.
Puur
‘Kunstenaars in Collectie de Stadshof zijn niet geselecteerd op hun hoedanigheid, maar bovenal op hun artistieke kwaliteit’ meldt de website.
Wie door de expositie loopt, zal ongetwijfeld de artistieke bedrevenheid van de makers in de werken terugzien. Doordat de natuurtalenten niet streefden naar bekendheid en geen enkel besef hadden van kunsttradities, zijn de werken puur en ongedwongen. De vaak autistische kunstenaars hebben met uiterste concentratie geraffineerde en fascinerende werken voortgebracht die qua overtuigingskracht niet onder doen voor de ‘gevestigde’ kunst.
Ondanks de aanwezige artistieke kwaliteiten is het echter lastig de uitingen los te zien van de geestelijke gesteldheid van de makers. In tegenstelling tot kunst in het professionele kunstcircuit is te zien dat de werken niet gemaakt zijn met het oog op een toeschouwer. Het creatieve proces had in de meeste gevallen een therapeutische functie die de reflectieve afstand tussen de maker en zijn schepping belemmerde. De noodgedwongen directheid van de expressies is zowel een kwaliteit als een mankement; behalve puur en eigenzinnig zijn de werken vaak ontoegankelijk en mysterieus.
Hoewel de werken door het chaotische karakter al snel indrukwekkend
overkomen, maakt de complexiteit het tevens lastig een persoonlijke verbinding aan te gaan met de getoonde stukken. Wellicht kunnen de uitzinnige creaties anders dan autonome kunstwerken vooral beschouwd worden als moeilijk toegankelijke maar fascinerende verkenningen in de menselijke geest.
Outsider Art; Creativiteit buiten de kaders
Tot en met 4 oktober 2015
Gemeentemuseum Den Haag
www.gemeentemuseum.nl
geplaatst in Den Haag Centraal 10 juli 2015
schizofrene, autistische, depressieve en autodidactische kunstenaars zijn deze zomer te bewonderen in het Gemeentemuseum. De tentoonstelling ‘Ousider Art; Creativiteit buiten de kaders’ is samengesteld uit werken afkomstig uit Nederlands wereldberoemde outsiderkunstverzameling ‘Stichting Collectie de Stadshof’.
De margekunst is sinds kort in opmars. Hoewel creatieve uitingen van
psychiatrische patiënten en excentriekelingen al halverwege de vorige eeuw grote invloed hadden op belangrijke kunstenaars als Paul Klee, Karel Appel,
Picasso en Jean Dubuffet, werden werken van outsiders lange tijd niet erkend als echte kunst. De afgelopen decennia is het tij aan het keren en krijgen creatieve zonderlingen aandacht van belangrijke kunstpodia als MoMA, Centre Pompidou en de Biënnale. Nederland liep tot voor kort achter in de ‘outsiderkunsttrend’. Hoewel ons land in het bezit is van een van de grootste outsiderkunstverzamelingen ter wereld, moest ‘Collectie de Stadshof’ in het gelijknamige museum te Zwolle al na enkele jaren de deuren sluiten. Een gebrek aan belangstelling, fraude met bezoekersaantallen en wegvallende subsidies maakten dat de collectie sinds 2002 in het museum Dr. Guislain te Gent is ondergebracht. Conservator Frans Smolders gaf in de NRC van augustus vorig jaar zijn verklaring voor de impopulariteit in eigen land: ‘’Outsiderkunst heeft in Nederland vooral de reputatie van 'gehandicapten- en zorgatelierkunst’.
Gelukkig laat het Gemeentemuseum deze zomer zien, dat outsiderkunst meer
omvat dan de ‘maffe’ creaties van verstandelijk beperkten. De tentoonstelling geeft een veelzijdige indruk van outsiderkunst en verschaft de collectie tijdelijk een welverdiend podium in eigen land. Maar of de wonderlijke creaties probleemloos kunnen doorgaan voor professionele kunstwerken valt te betwijfelen.
Geestdrift
De werken in de expositie hebben direct iets merkwaardigs. Schilderijen en
tekeningen van sinistere stadslandschappen, mismaakte figuren en complexe
mandala-achtige patronen zijn voor de weldenkende toeschouwer lastig te
doorgronden. Wat opvalt is de bovenmatige ‘geestdrift’ die in de werken
besloten ligt. Ontelbare, haarfijne inktlijntjes in de dodenkleden van Rosemarie Koczÿ bijvoorbeeld, suggereren dat zij dagen in een meditatieve toestand verkeerde om de ingedoken trieste wezens vorm te geven. Even verderop getuigen ook de eindeloos repeterende patronen van Marc Lamy van tomeloze toewijding. De ontzagwekkende brei van abstracte gezichten en figuren vormt de neerslag van een lange psychose waarin de kunstenaar ‘bovenaardse’ stemmen hoorde en herinneringen uit zijn kinderjaren op grafische wijze voor zich zag.
Meer figuratief is het werk van Hagenaar Willem van Genk. Gedetailleerde
stadslandschappen met treinen, gebouwen en zeppelins heeft hij kundig met
potlood op papier gezet. Op het eerste gezicht lijken de urbane vergezichten het resultaat van een jongensachtige fascinatie voor Europese steden, maar wie langer kijkt ziet ook een donkere kant in zijn werk. Onnavolgbare associatieve teksten, vreemde boodschappen en details uit reclamefolders zijn veelvuldig aan het tekenwerk toegevoegd. Het museumbijschrift met een beknopte levensbeschrijving maakt het aannemelijk de vreemde krabbels in verband te brengen met de schizofrenie van de kunstenaar.
Puur
‘Kunstenaars in Collectie de Stadshof zijn niet geselecteerd op hun hoedanigheid, maar bovenal op hun artistieke kwaliteit’ meldt de website.
Wie door de expositie loopt, zal ongetwijfeld de artistieke bedrevenheid van de makers in de werken terugzien. Doordat de natuurtalenten niet streefden naar bekendheid en geen enkel besef hadden van kunsttradities, zijn de werken puur en ongedwongen. De vaak autistische kunstenaars hebben met uiterste concentratie geraffineerde en fascinerende werken voortgebracht die qua overtuigingskracht niet onder doen voor de ‘gevestigde’ kunst.
Ondanks de aanwezige artistieke kwaliteiten is het echter lastig de uitingen los te zien van de geestelijke gesteldheid van de makers. In tegenstelling tot kunst in het professionele kunstcircuit is te zien dat de werken niet gemaakt zijn met het oog op een toeschouwer. Het creatieve proces had in de meeste gevallen een therapeutische functie die de reflectieve afstand tussen de maker en zijn schepping belemmerde. De noodgedwongen directheid van de expressies is zowel een kwaliteit als een mankement; behalve puur en eigenzinnig zijn de werken vaak ontoegankelijk en mysterieus.
Hoewel de werken door het chaotische karakter al snel indrukwekkend
overkomen, maakt de complexiteit het tevens lastig een persoonlijke verbinding aan te gaan met de getoonde stukken. Wellicht kunnen de uitzinnige creaties anders dan autonome kunstwerken vooral beschouwd worden als moeilijk toegankelijke maar fascinerende verkenningen in de menselijke geest.
Outsider Art; Creativiteit buiten de kaders
Tot en met 4 oktober 2015
Gemeentemuseum Den Haag
www.gemeentemuseum.nl
geplaatst in Den Haag Centraal 10 juli 2015