Het Haagse Fotomuseum belicht het boerenleven in de Nederlandse
fotografie vanaf 1885 in de expositie 'Boeren'
Het boerenleven is geliefd in Nederland. Molens, klompen en kaas zijn al
eeuwenlang nationale symbolen en de schoonheid van het platteland is in talrijke schilderijen en verhalen vastgelegd. Tegen het einde van de negentiende eeuw trokken schilders van de Haagse school naar het platteland om de sereniteit van koe en weiland te vereeuwigen. Meer recent bereikte het televisieprogramma 'Boer zoekt vrouw' een groot publiek door plattelandsromantiek bij kijkers en boeren aan te wakkeren. Terwijl het boerenleven nauw verbonden is met onze cultuur, dreigt het oorspronkelijke plattelandsbestaan echter langzaam te verdwijnen. Kleine boerderijen worden opgeslokt door grote gemechaniseerde bedrijven. De toenemende vraag naar producten en strenge Europese regels staan de harmonieuze relatie tussen boer en natuur in de weg. Het is hoog tijd om terug te blikken op het authentieke boerenbestaan, moet het Fotomuseum gedacht hebben.
Met een verzameling van meer dan tweehonderdvijftig foto’s brengt de
tentoonstelling ‘Boeren’ een ode aan het Hollandse platteland.
Boerenfamilie
Telkens als je op het platteland bent, moet je zeggen 'wat is de natuur
toch mooi’, schreef Gustave Flaubert in een van zijn dagboeken. De pracht van ons boerenland is vermoedelijk een belangrijke drijfveer voor
fotografen om naar het platteland te trekken. Modderlaarzen, mistige weilanden, oplichtende tarwevelden, knotwilgen, uitwaaiende waslijnen, wolkenluchten en natuurlijk de bonte koe, zijn veel voorkomende elementen binnen de plattelandsfoto’s. Terwijl de landelijke omgeving rust en tijdloosheid uitstraalt, doet de expositie dit in eerste instantie niet. De werken van maar liefst zeventig kunstenaars, lichten het thema ‘Boerenleven’ bont en breed uit. Kleur-en zwart-witfoto’s, oud en nieuw werk, documentair en gekunsteld; alles hangt door en bij elkaar. Projecten van bekende fotografen, zoals Ed van der Elsken en Brand Overeem, bekleden aparte wanden. Foto’s van minder uitgesproken of belangwekkende plattelandsfotografen zijn verdeeld over muren met sub-onderwerpen, zoals paarden, de watersnoodramp, schapen en hooischuren.
Te midden van deze meer eclectische randprojecten blijft de boerenfamilie het meest gefotografeerde en prikkelende onderwerp. Een interessant gegeven hierbij is dat een aanzienlijk deel van de exposanten opgroeide in een boerengezin en op latere leeftijd met camera naar het thuisfront terugkeerde om familieleden te vereeuwigen. Dirk Kome bijvoorbeeld, ging voor zijn afstuderen aan de Rietveld Academie terug naar zijn ouderlijk huis om de activiteiten van zijn vergrijzende ouders en excentrieke broer op het erf te documenteren. Bert de Jong fotografeerde in de serie ‘Myn
Omke’ met trots de avonturen van zijn eigenzinnige boerenoom. En ook Loek Buter legde haar familie vast op de gevoelige plaat. In de serie ‘Zonen van maailand’ registreert zij hoe haar puberende boers langzaamaan het boerenbedrijf van haar vader overnemen.
Romantisch
Hoewel er voor fotografie veel te zeggen is, zijn films vaak beter in staat
om de kijker in een bepaalde sfeer te brengen. Een rijke aanvulling op het fotografiewerk in de tentoonstelling is dan ook de filmdocumentaire
‘Het is een schone dag geweest’ in de achterzaal. Net als een groot deel van de fotowerken is ook deze reportage gemaakt door een boerenkind,
dat als volwassene zijn familie documenteerde. In dit geval boerenzoon
en filmmaker Jos de Putter. Tijdens het laatste oogstjaar, voor zijn
ouders met pensioen gingen, volgde hij het bejaarde paar met de camera. Lange, sferische shots laten zien hoe de oude vader Willem tijdens alle seizoenen en door weer en wind op zijn land aan het werk is. Met zijn gekromde rug, deinende looppas, zware jampotbrillenglazen en een haast onverstaanbaar Zeeuws accent is Willem een komische en tegelijkertijd aandoenlijke figuur die volledig is vergroeid met zijn vaste routines. De buitenopnamen worden afgewisseld met moeizame gesprekjes waarin Jos tevergeefs tot het zielenleven van zijn zwijgzame vader probeert door te dringen. Vooral de moeder geeft te kennen dat het ouderpaar teleurgesteld is, omdat niemand hun dierbare boerenbedrijf zal overnemen. Weemoedig of niet, boer Willem gaat onverstoorbaar voort met melken, oogsten en maaien. Wanneer het jaar op zijn einde loopt, verkoopt hij zijn koeien, verbrandt het hooi en bergt zijn gereedschap op in de schuur. Het besef dat het boerenbedrijf kort na de opnamen de deuren zal sluiten en de nog energieke boer zijn resterende dagen in een aanleunwoning zal slijten, geeft de film een wat wrange nasmaak.
Net als in de andere werken van de expositie wordt het boerenbestaan
in de documentaire nostalgisch in beeld gebracht. De ‘echte’ boer is
vooral een oude zonderling, die het boerenbestaan vaarwel zegt voordat
verdere mechanisering de overhand krijgt. Er wordt zo een romantisch,
maar ook een wat somber beeld geschetst van het boerenbestaan, dat
grotendeels valt toe te schrijven aan het grote aantal uitgevlogen
plattelandskinderen onder de fotografen. Deze weemoed heeft zeker z’n
charme, maar wellicht hadden enkele foto’s van moderne, optimistische, jonge bio-boeren extra kleur aan het geheel kunnen geven.
Boeren – Avonturen op het land
Fotomuseum Den Haag
te zien tot 13 maart 2016
www.fotomuseumdenhaag.nl
Gepubliceerd in Den Haag Centraal 18 december 2015
fotografie vanaf 1885 in de expositie 'Boeren'
Het boerenleven is geliefd in Nederland. Molens, klompen en kaas zijn al
eeuwenlang nationale symbolen en de schoonheid van het platteland is in talrijke schilderijen en verhalen vastgelegd. Tegen het einde van de negentiende eeuw trokken schilders van de Haagse school naar het platteland om de sereniteit van koe en weiland te vereeuwigen. Meer recent bereikte het televisieprogramma 'Boer zoekt vrouw' een groot publiek door plattelandsromantiek bij kijkers en boeren aan te wakkeren. Terwijl het boerenleven nauw verbonden is met onze cultuur, dreigt het oorspronkelijke plattelandsbestaan echter langzaam te verdwijnen. Kleine boerderijen worden opgeslokt door grote gemechaniseerde bedrijven. De toenemende vraag naar producten en strenge Europese regels staan de harmonieuze relatie tussen boer en natuur in de weg. Het is hoog tijd om terug te blikken op het authentieke boerenbestaan, moet het Fotomuseum gedacht hebben.
Met een verzameling van meer dan tweehonderdvijftig foto’s brengt de
tentoonstelling ‘Boeren’ een ode aan het Hollandse platteland.
Boerenfamilie
Telkens als je op het platteland bent, moet je zeggen 'wat is de natuur
toch mooi’, schreef Gustave Flaubert in een van zijn dagboeken. De pracht van ons boerenland is vermoedelijk een belangrijke drijfveer voor
fotografen om naar het platteland te trekken. Modderlaarzen, mistige weilanden, oplichtende tarwevelden, knotwilgen, uitwaaiende waslijnen, wolkenluchten en natuurlijk de bonte koe, zijn veel voorkomende elementen binnen de plattelandsfoto’s. Terwijl de landelijke omgeving rust en tijdloosheid uitstraalt, doet de expositie dit in eerste instantie niet. De werken van maar liefst zeventig kunstenaars, lichten het thema ‘Boerenleven’ bont en breed uit. Kleur-en zwart-witfoto’s, oud en nieuw werk, documentair en gekunsteld; alles hangt door en bij elkaar. Projecten van bekende fotografen, zoals Ed van der Elsken en Brand Overeem, bekleden aparte wanden. Foto’s van minder uitgesproken of belangwekkende plattelandsfotografen zijn verdeeld over muren met sub-onderwerpen, zoals paarden, de watersnoodramp, schapen en hooischuren.
Te midden van deze meer eclectische randprojecten blijft de boerenfamilie het meest gefotografeerde en prikkelende onderwerp. Een interessant gegeven hierbij is dat een aanzienlijk deel van de exposanten opgroeide in een boerengezin en op latere leeftijd met camera naar het thuisfront terugkeerde om familieleden te vereeuwigen. Dirk Kome bijvoorbeeld, ging voor zijn afstuderen aan de Rietveld Academie terug naar zijn ouderlijk huis om de activiteiten van zijn vergrijzende ouders en excentrieke broer op het erf te documenteren. Bert de Jong fotografeerde in de serie ‘Myn
Omke’ met trots de avonturen van zijn eigenzinnige boerenoom. En ook Loek Buter legde haar familie vast op de gevoelige plaat. In de serie ‘Zonen van maailand’ registreert zij hoe haar puberende boers langzaamaan het boerenbedrijf van haar vader overnemen.
Romantisch
Hoewel er voor fotografie veel te zeggen is, zijn films vaak beter in staat
om de kijker in een bepaalde sfeer te brengen. Een rijke aanvulling op het fotografiewerk in de tentoonstelling is dan ook de filmdocumentaire
‘Het is een schone dag geweest’ in de achterzaal. Net als een groot deel van de fotowerken is ook deze reportage gemaakt door een boerenkind,
dat als volwassene zijn familie documenteerde. In dit geval boerenzoon
en filmmaker Jos de Putter. Tijdens het laatste oogstjaar, voor zijn
ouders met pensioen gingen, volgde hij het bejaarde paar met de camera. Lange, sferische shots laten zien hoe de oude vader Willem tijdens alle seizoenen en door weer en wind op zijn land aan het werk is. Met zijn gekromde rug, deinende looppas, zware jampotbrillenglazen en een haast onverstaanbaar Zeeuws accent is Willem een komische en tegelijkertijd aandoenlijke figuur die volledig is vergroeid met zijn vaste routines. De buitenopnamen worden afgewisseld met moeizame gesprekjes waarin Jos tevergeefs tot het zielenleven van zijn zwijgzame vader probeert door te dringen. Vooral de moeder geeft te kennen dat het ouderpaar teleurgesteld is, omdat niemand hun dierbare boerenbedrijf zal overnemen. Weemoedig of niet, boer Willem gaat onverstoorbaar voort met melken, oogsten en maaien. Wanneer het jaar op zijn einde loopt, verkoopt hij zijn koeien, verbrandt het hooi en bergt zijn gereedschap op in de schuur. Het besef dat het boerenbedrijf kort na de opnamen de deuren zal sluiten en de nog energieke boer zijn resterende dagen in een aanleunwoning zal slijten, geeft de film een wat wrange nasmaak.
Net als in de andere werken van de expositie wordt het boerenbestaan
in de documentaire nostalgisch in beeld gebracht. De ‘echte’ boer is
vooral een oude zonderling, die het boerenbestaan vaarwel zegt voordat
verdere mechanisering de overhand krijgt. Er wordt zo een romantisch,
maar ook een wat somber beeld geschetst van het boerenbestaan, dat
grotendeels valt toe te schrijven aan het grote aantal uitgevlogen
plattelandskinderen onder de fotografen. Deze weemoed heeft zeker z’n
charme, maar wellicht hadden enkele foto’s van moderne, optimistische, jonge bio-boeren extra kleur aan het geheel kunnen geven.
Boeren – Avonturen op het land
Fotomuseum Den Haag
te zien tot 13 maart 2016
www.fotomuseumdenhaag.nl
Gepubliceerd in Den Haag Centraal 18 december 2015
Hier klikken om te bewerken.